VARIA

Migo | Een doos met inhoud | Pukkie  | Valerie | Hoe kon je ?? | 1+1= geen 2 ! | Alleen op de wereld....


MIGO

Hallo kattenliefhebbers!

Even een verhaaltje schrijven over ons katertje Migo (Boyke). Een paar maanden geleden kwamen we via “marktplaats” op de site van Stichting De Kattenhulpdienst terecht, en daar zagen we de twee broertjes Benno en Boyke. Ze waren inmiddels een maand of 8 oud, verbleven in een gastgezin en waren op zoek naar een nieuw thuis. We hebben contact met deze Stichting gezocht en wat we over de katjes hoorden sprak ons wel aan. We wilden graag een zachtaardig katje, waarvan we wisten dat hij omdat hij inmiddels al wat ouder was, moeilijker geplaatst zou worden…het werd Boyke!…Na wat heen en weer gemail en een telefoongesprek, maakten we de afspraak hem de dag erna (zaterdag) te komen halen. De avond ervoor hadden we de hondenbench uit de kelder gehaald, voerbakje, waterbak en kattenbak erin gezet, zodat ons nieuwe katje een veilig plekje zou hebben. Toen mijn vriend thuiskwam van de lange reis, hebben we Boyke meteen in de bench gezet. Hij was rustig, onze hond ging ervoor liggen en belangstellend naar hem kijken. Af en toe liet hij zich al aaien, maar verder hebben we hem met rust gelaten. Het deurtje van de bench was open, dus hij kon eruit. Toen ‘t donker werd kwam hij uit de bench en liep hij even zenuwachtig heen en weer en verdween onder bank, tot de volgende dag. Toen hij eenmaal door had dat we nog een kater in huis hebben, begon hij luid te miauwen en contact te zoeken…maar voor onze kater was het natuurlijk vreemd, dus we hebben de tijd genomen ze in de loop van 2 weken aan elkaar te laten wennen. Elke dag even bij elkaar, en als het goed ging steeds wat langer. ’s Nachts was Boyke, die we inmiddels Migo hadden genoemd (van het spaanse Amigo) alleen in de huiskamer en kon hij alles onderzoeken…En dat deed hij ook, want de volgende morgen zagen we steeds dat er kleine dingen verplaatst waren en zijn speeltjes vonden we op andere plaatsen terug. Zodra we de volgende morgen, zondag-morgen binnenkwamen, schoot hij onder de bank. We hebben de banken gekanteld en hem voorzichtig de bench in geleid, dat was moeilijk, maar na een tijdje lukte het. De bench hebben we toen dicht gedaan en de hele dag heeft hij daar, voorzien van eten, drinken, slaapkussen en kattenbak, in gezeten. Hij kon zo veilig alle geluiden horen en ons observeren, en dat heeft hem goed gedaan. ’s Avonds als hij aangaf dat hij eruit wilde, deden we het deurtje open, andere huisdieren op de gang, zodat hij op onderzoek uit kon gaan de hele nacht. Toen we de tweede morgen binnenkwamen, schoot hij weer onder de bank. Maar even later kwam hij er al weer onderuit als hij onze andere kat hoorde die ook binnenkwam…en zo hebben we hem steeds onder de bank vandaan gelokt en omdat dat vanaf die dag goed lukte hebben we de bench niet meer gebruikt en heel snel weer opgeborgen. Hij ging steeds vaker rondlopen overdag en als hij dacht dat we het niet zagen, voor het raam liggen op een kussen. Hij werd steeds gemakkelijker. Voorzichtig benaderden we hem steeds, en eigenlijk vond hij dat prima om dan even kort geaaid te worden, ook al keek hij nog bang uit zijn ogen. Als we hem eten gaven, gooiden we zijn brokjes stuk voor stuk door de kamer…Dat vond hij geweldig, hij sjeesde er achteraan en kwam dan steeds weer dichterbij voor een nieuw brokje. Een paar dagen later kochten we een grote krabpaal, daar hing ook een speelmuisje aan met elastiekje en daar vermaakte hij zich prima mee! Steeds weer spelen, hem voorzichtig aaien, en ook af en toe heel even een beetje optillen. Precies zo kort dat het hem niet angstig maakte. Hij was enorm nieuwsgierig, dat heeft ook geholpen, want al na een paar dagen “hielp hij met was ophangen” en klom graag in het droogrek. Met onze andere kater werd hij steeds beter bevriend, en na een kleine week lieten we ze ’s nachts samen in de huiskamer, dat ging goed. We zijn nu een aantal maanden verder en hij is nog een stuk tammer geworden. We kunnen hem nu ieder moment van de dag oppakken, dan gaat hij enorm spinnen en wil echt contact met je maken. Als we binnenkomen staat hij op een kastje naast de deur en gaat hard miauwen. Hij heeft het prima naar zijn zin met onze andere kater zijn “grote vriend en voorbeeld”, al is die door zijn leeftijd lang niet meer zo speels. Onze hond benadert hij voorzichtig maar ook dat gaat goed. Kortom, we zijn erg blij dat we een zwerfkatertje in huis genomen hebben, want ze verdienen het! 

Peter en Els
Gouda 


ALLEEN OP DE WERELD…………...

Na een laatste voeding voor haar kleintjes van vier weken,
heeft ze nog eens goed om zich heen gekeken.

Broer en zus liggen rustig in het houthok te slapen
en mama begint van de honger te gapen.

Ze merkt dat ze zelf ook wel een hapje lust,
de avond valt en op straat heerst er rust.

Ze heeft nu wat tijd en gaat even op pad,
haar kittens hebben toch voor even genoeg eten gehad.

Na enige tijd gaan hun oogjes uitgeslapen open.
Mama komt zo, dat is wat beiden hopen.

Maar het wachten duurt uren, en zelfs de hele nacht.
Ze blijft langer weg dan ze hadden verwacht.

Ze weten dat ze niet van de plek mogen gaan,
dus gaan ze maar alvast op de uitkijk staan.

Maar als mama ook de volgende avond niet komt opdagen,
besluiten de twee het er maar op te wagen.

Al kruipend over de grond worden ze door mensen opgemerkt.
Hopelijk raken ze nu weer wat aangesterkt.

Maar nee, hier alleen water en melk, geen eten.
Dat kunnen ze de komende dagen verder wel vergeten.

Uit de lucht valt alleen maar regen,
en daar kun je als ukkie toch al niet goed tegen.

Al gauw krijgen ze dan ook snotterneusjes,
en zien ze er uit als echte kneusjes.

Intussen zijn ze mager tot op het bot,
maar worden gelukkig toch niet overgelaten aan hun lot.

Een telefoontje wordt gepleegd naar De Kattenhulpdienst
Die staat dan ook al snel op de stoep.

Warm ingepakt worden ze meegenomen.
Zou het dan toch goed komen ?

Met de vliegenëitjes op hun vacht,
wordt er met een wasbeurt niet lang gewacht.

Een föhn en warmtelamp doen daarna hun werk,
en goede zorgen en volle maagjes maken hen weer wat sterk.

Bij een pleegmoeder aangeschoven,
beginnen ze er weer een beetje in te geloven.

Achter de wolken komt de zon weer vandaan,
en ze kunnen zelfs weer wat op de beentjes staan.

Nu, na enkele weken, beginnen ze voorzichtig te spelen,
en kunnen de wonden langzaam helen.

Ze hebben een nare tijd achter de rug,
en zorgzame mama komt nooit meer terug.

Doodgereden, vergiftigd of meegenomen ?
Daar zullen ze nooit achterkomen.

Broer en zus zijn nu volledig aan het herstellen
en willen u dit waar gebeurd verhaal vertellen.

Met de hoop dat u er over wilt nadenken
en uw eigen kat geen jongen laat schenken.

Immers veel kleine zwervertjes zoeken ook een goed tehuis, 
want vaak is het voor hen buiten op straat niet pluis.


Kunt u een (wees)katje een goed tehuis geven, dan kunt u contact opnemen met Stichting De Kattenhulpdienst




1 + 1 = geen 2 !

Rekenkundig gezien is de uitkomst van 1 + 1 natuurlijk 2, echter in de "kattenwereld" is de optelsom van een "avontuurtje" tussen kater en poes beduidend hoger! Als het vroeg voorjaar wordt kan een poes wel tot drie maal per jaar een nest kittens krijgen. Het aantal jongen varieert, met een gemiddelde van 3-4. Een eenvoudig rekensommetje wijst dus uit, dat een niet gesteriliseerde poes in haar leven voor tientallen nakomelingen kan zorgen.
 
Vaak wordt gedacht dat de poes eerst een keer een nest moet hebben gehad of krols geweest moet zijn om voor sterilisatie in aanmerking te komen. Deze gedachte berust echter op een misverstand. Vroegtijdig steriliseren (een poes kan al op 5-6 maanden krols worden) biedt veel voordelen. Na sterilisatie is ze niet meer vruchtbaar. Ze zal dan ook niet meer ver van huis gaan op zoek naar een kater. Ook wordt ze na deze ingreep vaak aanhankelijker. Bovendien is de zwangerschap voor een poes zowel geestelijk als lichamelijk een ingrijpende gebeurtenis en beslist niet diervriendelijk. Dit kunt u uw kat dan ook beter besparen. Castratie van de kater heeft als voordeel dat deze rustiger, huiselijker en vaak ook aanhankelijker worden. Hij zal veel minder neiging hebben om te vechten met andere katers. Ook kan hij dan natuurlijk niet meer voor (ongewenste) nestjes kan zorgen. Immers geen kittens zonder kater!
 
Kiest u niet voor sterilisatie maar voor het levenslang geven van de poezepil, bedenk dan dat dit niet altijd veilig is. Het dier kan de pil een keer niet innemen en daarna krols worden. Gevolg kan zijn dat ze daarna dagenlang van huis is en zwanger terugkomt of wegblijft. Ook een echte binnenkat zal in krolse toestand trachten om buitenshuis te komen om op zoek te gaan naar een kater. Bovendien is niet iedere krolsheid duidelijk waarneembaar in het gedrag van de poes. De eigenaar bemerkt de zwangerschap dan pas als het dier een dik buikje krijgt. Tevens is het medisch gezien niet aan te raden het dier haar hele leven de pil te geven. 

Zoals u heeft kunnen lezen zijn er tal van redenen om een nest kittens te voorkomen.
U kunt helpen door ervoor zorg te dragen dat uw eigen huiskat - mits dit natuurlijk nog niet gebeurd is - tijdig gesteriliseerd c.q. gecastreerd wordt. Immers een kitten uit een nestje van uw eigen kat neemt weer een plek in van een van de talrijke zwerfkatjes die buiten geboren worden en daardoor nog minder kans hebben om goed terecht te komen. 


Een doos met inhoud

Sinterklaas was al vertrokken uit Nederland en de Kerstman moet nog komen. Toch kreeg De Kattenhulpdienst vorige week een "doos met inhoud" aangeboden. En wel een doos met drie jonge katjes. Gedumpt, dus zeker niet van bovengenoemde goedgevige mensen, want dat past niet bij hen. Van wie dan wel? Dat zal wel een vraag blijven want er stond natuurlijk geen afzender op de doos. In elk geval van iemand die er van af wou. Die waarschijnlijk niet goed of helemaal niet heeft nagedacht bij de aanschaf van een kat en die vermoedelijk de sterilisatiekosten van mamapoes te duur vond. Dan is dumpen de goedkoopste, maar natuurlijk geen goede oplossing. Als je niet de verantwoordelijkheid voor een dier kunt nemen, dan kun je het beste geen dier aanschaffen. De drie katertjes zijn inmiddels in een gastgezin van de schrik en de kou bekomen en brengen de dag vrolijk door met eten, slapen en spelen. Gelukkig zijn zij dit angstige avontuur nu vergeten, maar de vrijwilliger die deze katjes van straat haalde beseft met de nodige zorgen, dat dit voorval helaas het topje van de ijsberg zal zijn.







Pukkie

Wij waren oorspronkelijk met z'n vijven. Dat was een gezellige boel. Maar een voor een vertrokken mijn broertjes en zusjes. Ik denk dat ze een nieuw thuis hebben gekregen. Mama was nu nog met mij alleen over. Jammer, geen speelkameraadjes meer en mama was vaak op pad. Mijn "baasje" keek niet echt naar me om, wel kreeg ik mijn eten, huismix zo te proeven, en verder moest ik het zelf maar uitzoeken. Mama was steeds vaker van huis en kreeg ook regelmatig bezoek van de buurtkaters. Op een zekere avond pakte mijn "baasje" mij op en werd ik in een soort doos geduwd, waar ik niet meer uit kon. Vervolgens vertrokken we samen in de auto, net zoals eerder mijn broertjes en zusjes. Waar zouden we naar toe gaan? De dierenarts of misschien naar een ander baasje? Ik was een beetje bang in de auto, want doordat het raam open stond hoorde ik de voorbij rijdende auto's best wel hard. We stopten aan de rand van een grote weg. Door de gaatjes in de doos kon ik allemaal auto's zien. Het leek wel een parkeerplaats. "Baasje" moest zeker even stoppen of zou het mijn nieuwe thuis zijn? Met doos en al werd ik uit de auto geladen en na een paar meter werd die open gedaan. Eindelijk, ik mocht eruit. Toch wel flink bang van alle lawaai, besloot ik maar liever in de doos te blijven. Ik drukte me omlaag, maar twee handen pakten mij op en vervolgens werd ik in de struiken gezet. Mijn "baasje" liep toen in snel tempo naar de auto en reed weg. Nu snapte ik het allemaal niet meer. Was dit nu mijn nieuwe thuis? Gelukkig waren we niet naar de dierenarts gegaan, maar dit was helemaal geen goede plek. Ik zocht snel een beschut plekje op om even na te denken. Wat nu? Zou mijn baasje nog terugkomen? Na een tijdje gewacht te hebben viel ik moe en hongerig in slaap. Geen onderdak, geen eten en geen "baasje" meer. Alleen op de wereld. De volgende morgen verging ik natuurlijk van de honger en bang was ik nog steeds. Ineens kwamen er twee wandelaars langs. Zo hard als ik kon begon ik te schreeuwen. En ja, gelukkig ze hoorden me en kwamen naar me toe. De jongen probeerde me te pakken, maar omdat ik zo bang was, liet ik me niet pakken. Nadat hij zag dat het niet lukte, liepen de twee mensen verder. Weer was ik alleen. Na een paar uurtjes stopte een auto. Een mevrouw stapte uit en begon te roepen. Op mij misschien? Weer schreeuwde ik zo hard als ik kon en weer werd ik opgemerkt. De mevrouw probeerde mij ook te pakken, maar ik was weer te bang. Maar ze gaf niet gemakkelijk op. Toen ik wat vlees rook, ben ik van de honger wat dichterbij gelopen. Al etende lette ik niet echt op en ineens werd ik de lucht in gehesen. Uit angst wou ik bijten en grommen deed ik ook. Maar de mevrouw duwde me snel onder haar jas en liep vervolgens met me naar de auto. In de auto werd ik in een mandje gezet. Nu op een zachtere manier. Zou die mevrouw me meenemen? De auto vertrok, maar ik bleef schreeuwen, zodat ze moest stoppen en me voorin zette en vervolgens kreeg ik door mijn doorzettingsvermogen een plekje op haar schoot. Dat was al weer wat beter. Na een half uurtje stopte de auto en gingen we een huis binnen. Hier heb ik wat te eten en drinken gekregen. Inmiddels voelde ik me weer wat op mijn gemak. In het huis bevond zich een grote kat, die me meteen begon te wassen. Het was mama niet, maar ik vond het geweldig. Moe en voldaan kon ik daarna op schoot in slaap vallen. Hopelijk gebeurt me dit nooit meer en krijg ik nu een echt lief baasje, eentje die me niet voor even, maar voor het leven wil. 



Naschrift: het katje in kwestie, inmiddels Pukkie genoemd, werd door wandelaars bij een fabrieksterrein in Born aangetroffen. Gelukkig belden ze De Kattenhulpdienst, die vervolgens het katje diezelfde middag kon invangen. Pukkie is "gewoon" gedumpt omdat ze niet (meer) gewenst was. Naar onze mening een laffe daad en het minste van het minste. In naam van Pukkie zouden we willen zeggen: "Bedankt baasje", had je maar een goed thuis voor me gezocht of wat geld uitgegeven om mama-poes te laten steriliseren, dan was me deze ervaring bespaard gebleven!


Valerie

Eind maart was het zover: ik ging verhuizen naar Duitsland om daar met mijn vriend te gaan samenwonen. Voordat het zover was, hadden we het er al eens over gehad om dan ook na een tijdje een poes in huis te nemen. Toen ik nog thuis bij mijn moeder woonde hadden we al katten en de laatste jaren in mijn oude huis woonde de kat van de buren min of meer bij mij. Helaas mocht ik deze kat niet meenemen, dus besloten we om dan een poes uit het asiel te halen. Mijn moeder wist dit en zij had dat aan haar nicht verteld. Die vertelde daarop dat de poes die zij in de zomer in haar tuin had verzorgd, samen met haar kittens, nog steeds in een pleeggezin van De Kattenhulpdienst verbleef, al sinds september. Ze vertelde dat ze zelf weliswaar geen kat meer wilde, maar dat Valerie, zo heette het katje in kwestie, heel erg lief en mooi was. Ik dacht toen: waarom ook niet? Die jonge katjes vinden meestal toch wel een goed thuis en de oudere katten blijven meestal achter terwijl juist die katten ook zo graag een liefdevol thuis willen hebben. Bovendien werken mijn vriend en ik allebei en dus was het voor ons ook handiger om een poes te nemen die al zindelijk was en die ook goed alleen kon blijven zonder het huis af te breken. 

Dus op een dinsdagochtend vertrok ik richting Nederland, waar ik ´s avonds om 6 uur oog in oog stond met Valerie. Ze was een mooi katje, grijs getijgerd en maar heel klein en smal. Een beetje terughoudend nog maar wie iets van katten snapt, weet ook dat katten niet altijd meteen op je af komen zoals bijvoorbeeld honden dat wel doen. De beslissing was snel genomen: Valerie zou met me mee naar Duitsland gaan. Zo gezegd, zo gedaan en nu woont Vallie, zoals wij haar liefkozend noemen, alweer 3 maanden bij ons. Het begin was een klein beetje moeizaam maar na de 1e nacht kwam ze ´s ochtends meteen naar me toe. En inmiddels is ze al helemaal gewend hier. Ons huisje is niet zo heel erg groot maar we hebben wel een hele grote tuin en we wonen erg landelijk, dus wat kan een poes zich nog meer wensen?
Ze is in elk geval een echt meisje, vreselijk nieuwsgierig want er gebeurt hier niks zonder dat zij er ook weet van heeft en even komt kijken. Ze heeft inmiddels ook ontdekt dat ons bed net ietsje lekkerder ligt dan haar mandje en bovendien is ze erg handig in het gebruik; ze is de perfecte wekker. Op het moment dat het een uurtje of 7 is, vindt mevrouw het welletjes en wordt er luidkeels gemiauwd zodat wij wakker worden en opstaan of in elk geval met haar knuffelen. Want ook dat doet ze graag maar wel het liefst met ons want andere mensen mogen haar wel aaien maar het betere knuffelwerk is toch echt alleen voor ons bedoeld. 

Wij zijn in elk geval heel erg blij met onze Vallie en mocht ik ooit nog een andere poes nemen, zal ik zeker weer contact opnemen met De Kattenhulpdienst want het blijkt wel dat een volwassen kat net zo leuk en lief is als een kitten.

Chantal Palmen


Hoe kon je ??

Toen ik een kitten was, amuseerde ik je met mijn gekke streken en maakte ik je aan het lachen. 
En ondanks dat ik mijn nageltjes op het bankstel zette werd ik je beste vriend. Als ik stout was geweest, schudde je met je vinger naar me en vroeg je me "hoe kon je?", maar dan gaf je weer toe en rolde je me op mijn rug om mijn buik te kriebelen. Ik weet nog dat ik 's nachts tegen je aan lag en dat ik naar je diepste geheimen en dromen luisterde, ik kon me geen beter leven voorstellen. Ik deed lange dutjes in de zon en wachtte tot je thuis zou komen. Geleidelijk ging je meer tijd aan je werk besteden en aan het zoeken van een menselijke partner. Ik wachtte geduldig op je, troostte je als je teleurgesteld was en sprong vrolijk rond als je thuis kwam. En toen werd je verliefd. Zij - inmiddels je vrouw - is geen "kattenmens". Toch verwelkomde ik haar in het huishouden en probeerde haar genegenheid te geven. Ik was gelukkig omdat jij gelukkig was. Toen kwamen de menselijke baby's en ik deelde in je opwinding. Alleen maakten jij en zij je zorgen dat ik ze pijn zou doen, en ik werd de meeste tijd naar een andere kamer verbannen of naar buiten. Toen ze opgroeiden werd ik hun vriend. Ik hield van ze en van hun aanraking, jouw aanrakingen waren nu zo zeldzaam. Ik glipte stiekem in hun bed en luisterde naar hun dromen en samen wachtten we op het geluid van jouw auto. Er was een tijd dat, als anderen je vroegen of je een kat had, je een foto van mij uit je beurs haalde en hen verhalen over mij vertelde. De afgelopen jaren antwoordde je slechts "ja" en veranderde je van onderwerp. Ik was van "jouw kat" verworden tot slechts "een kat", en iedere euro die je aan mij besteedde werd er een teveel. Nu heb je een carričrekans in een andere stad. Jij en je gezin verhuizen naar een appartement waar geen huisdieren toegestaan zijn. Je hebt de juiste beslissing genomen voor je "gezin", maar er was een tijd dat ik je enige gezinslid was. Ik was opgewonden over de autorit, tot we bij het dierenasiel stopten. Je vulde de papieren in en zei "ik weet zeker dat jullie een goed tehuis voor haar vinden". Zij haalden hun schouders op en keken je meewarig aan. Zij kennen de harde werkelijkheid voor een oudere kat. Je moest de vingertjes van je zoon lostornen terwijl hij schreeuwde "nee papa, laat ze mijn kat niet meenemen! ". En ik maakte me zorgen om hem, en over wat ik hem had bijgebracht over vriendschap en trouw, over respect voor het leven. Je gaf me een afscheidsklopje en je vermeed mij in de ogen te kijken. Na je vertrek zeiden de twee aardige dames dat je waarschijnlijk al maanden wist dat je zou verhuizen en dat je geen poging had gedaan om een goed tehuis voor me te vinden. Ze schudden het hoofd en zeiden "hoe kon je?". Ze geven ons hier in het asiel zoveel aandacht als mogelijk is. Ze voeren ons natuurlijk, maar ik heb geen trek meer. In het begin liep ik iedere keer als er iemand langskwam naar de deur, hopende dat jij het was. Dat je van gedachten was veranderd. Dat dit allemaal slechts een nare droom was. Of ik hoopte dat het iemand was die medelijden met me had, die me zou redden. Toen ik me realiseerde dat ik niet op kon tegen die met gekke fratsen aandacht vragende kittens, trok ik me maar terug in het verste hoekje van mijn verblijf en wachtte af. Steeds werd ik voorbij gelopen en steeds ging niet ik maar een ander mee naar een nieuw thuis. Zo kropen de dagen voorbij en bracht ik de Kerst en de dagen erna in het asiel door, zonder jou baas. Ik zal altijd aan je denken en altijd op je wachten. Maar, "hoe kon je"?